Drie van de beste actrices van ons land spelen de sterren van de hemel in Fokker Blankers Tol

 

‘We geven niet alles prijs’

Een mooie avond toneel met drie formidabele actrices. Ze spelen zussen die elkaar treffen op een kruispunt in hun leven. Samen maken ze de balans op van hun leven en dat is niet altijd even makkelijk. De scherpe tragikomedie Fokker Blankers Tol is zowel ontroerend als hilarisch.

Het toneelstuk draagt weliswaar hun namen, maar het gaat absoluut niet over hun eigen leven, roepen ze in koor. Dan is dat maar vast duidelijk. Henriëtte Tol (Soldaat van Oranje, Bloedverwanten), Anne Wil Blankers (Driving Miss Daisy, Moeders en Zonen) en Renée Fokker (Judas, Wie is de Mol) vinden het prettig dat het nu eens een keer over drie sterke vrouwen gaat. Henriëtte Tol: “Zo vaak gebeurt dat niet hè? Er staan hier gewoon drie vrouwen met een enorme ervaring met elkaar op de bühne. Het draait niet om mannen, maar om drie vrouwen van een zekere leeftijd en hun onderlinge band. Ik vind het fijn dat het zussen zijn, ik denk dat dat heel herkenbaar is voor het publiek. Iedereen weet hoe het kan zijn tussen familieleden onderling. Deze zussen hebben een gezamenlijke jeugd gehad, maar ook een eigen leven dat ze los van elkaar geleefd hebben. En het publiek gaat mee met wat die zussen ontdekken over elkaar.”

Koosnaampjes

Grappig genoeg stonden de drie dames nog nooit eerder samen op het toneel, al speelden Blankers en Tol wel dezelfde rol: die van Wilhelmina in de musical Soldaat van Oranje. Fokker en Tol kwamen met het idee om samen iets te doen en al snel voegde Blankers zich daarbij. Anne Wil Blankers: “Ik vond het een supergoed plan om met zijn drieën op pad te gaan. Renée en Henriëtte leken me ontzettend aardig en het zijn natuurlijk hartstikke goede actrices. Toen heeft Marijke Schermer dit stuk voor ons geschreven. Nogmaals: het gaat niet over ons of ons leven, maar we heten in het stuk wel ‘Tee’, ‘Ef’ en ‘Bee’. Zo spreken we elkaar aan. Het zijn een soort koosnaampjes.”

De zussen komen op bezoek bij Renée, vertelt ze: “Het publiek zit als het ware in mijn huis en dan komen een voor een mijn zusters op visite. Ik was vroeger een ballerina, Anne Wil heeft als CEO een groot bedrijf geleid en Henriëtte is een minister. Waarom ze juist bij mij komen, is mij een raadsel, want ze komen anders nooit langs. Er is weinig contact. Wat er aan de hand is, verklappen we niet, dat is het geheim van het stuk…”

Compassie

Renée Fokker vindt dat familiebanden iets speciaals zijn: “Ja, ook al zie je ze tien jaar niet, familie blijft familie. Het is je eigen bloed. Ook al schuurt het, ook al knelt het. Er is toch altijd ergens compassie, omdat het familie is. En ik hoop in dit geval dat die zussen een beetje voor elkaar zullen zorgen.” Blankers vult aan: “Ze gaan zich in de loop van het verhaal in ieder geval wel een beetje aan elkaar vastklampen. Ze vallen ook weer terug in oude patronen uit hun jeugd. Ik ben niet hun moeder, maar wel de oudste. Onze moeder is vroeg overleden. Zo ben ik toch een beetje de tweede moeder van mijn zusjes geworden. En voordat ik er zelf erg in heb, neem ik die rol op me en wil ik toch weer dingen gaan regelen.” Tol: “Familie is zo’n universeel thema. Ik denk dat iedereen wel iets herkent in een van ons drieën. Ik hoop dat je van die vrouwen gaat houden.”

Spelen met een geheim

De drie dames hebben nog altijd ongelooflijk veel plezier in hun vak. Ze willen mooie verhalen vertellen en mensen een fijne avond bezorgen, daarover zijn ze het roerend met elkaar eens. Ze spelen het liefst alsof ze een geheim hebben. Tol: “Dan is het publiek nieuwsgierig naar wat jouw personage drijft. Ze zien je en denken: Wat zit daarachter? Waarom doet ze dat?” Blankers herkent dat: “Je geeft niet alles prijs als actrice. Terwijl: ik ben een pietje precies. In het repetitieproces wil ik mijn personage helemaal ontrafelen en ik wil ook precies weten waar mijn kopje moet staan bij wijze van spreken. Maar daarna bepaal ik zelf wat ik daarvan deel met het publiek. Daar speel ik dan mee. Het een klein beetje gereserveerd houden vind ik leuk. Dat je denkt: Wat zit er nog meer achter?”

Nieuw gummetje

De actrices hebben alle drie een meer dan respectabele carrière waarin vele rollen de revue passeerden. Wordt acteren makkelijker naarmate je zo veel ervaring hebt of wordt het steeds moeilijker om jezelf te overtreffen? Henriëtte Tol: “Elke keer dat ik aan een nieuwe productie begin, koop ik een nieuwe pen, een nieuw potlood en een nieuw gummetje. Het voelt als je eerste schooldag, je begint gewoon weer helemaal onderaan. Dat is voor mij al vijftig jaar zo.” Anne Wil Blankers: “Dat vind ik het leuke, dat je met elkaar bij nul begint. Je kunt wel, naarmate je ouder wordt en een beetje succes hebt gehad, een zekere mate van zelfvertrouwen hebben. Maar het blijft altijd wankel. Iedere keer denk je: Wat kan ik ervan maken? Het ergste is als mensen dan zeggen: ‘Dat komt altijd goed bij jou’. Dan denk ik: Wacht even, ik ben geen tovenaar!” Tol: “Het is fijn om met collega’s te werken die zich kwetsbaar opstellen. Omdat je dan juist iets gaat ontdekken met elkaar.” Renée Fokker: “Ja, toneelspelen is actie-reactie. Je beweegt mee met wat je tegenspeler doet, dat vind ik er zo leuk aan.”

Speelplezier

Henriëtte Tol vindt het geweldig dat ze mag spelen met Renée Fokker en Anne Wil Blankers: “Ik hoop dat we ons speelplezier kunnen overdragen aan het publiek. Na afloop hoop ik dat, onder het genot van een drankje, de verhalen loskomen bij de mensen zelf. Hoe zij hun familiebanden beleven en in wie van ons drie ze zich kunnen herkennen.” Daar sluit Renée Fokker zich bij aan: “Ze hebben in ieder geval iets meegemaakt. Misschien staan mensen na afloop nog even stil bij wat er allemaal gebeurd is en zijn ze verbaasd. Ik denk dat er hier en daar nog wel wat vraagtekens zijn. Hoe zal het nu verder gaan met die drie zussen?” Betekent dat dat er een deel twee komt? Fokker: “Dat zou kunnen, het is nog niet klaar met die drie. Niet alles is gezegd.” Blankers beaamt dat: “Niet alles wordt opgelost, misschien zeggen mensen wel: had jij dit zien aankomen?! Ik denk dat mensen naderhand wel iets hebben om over na te denken.”

Tekst: Rinske Wels

Fokker Blankers Tol

Anne Wil Blankers, Henriëtte Tol, Renée Fokker

zo 3 mrt 24 15:00