Veldheren op tournee
Hoe werkt oorlog? Dat is wat Mart de Kruif en Peter van Uhm, beiden generaal buiten dienst, in de theatervoorstelling Veldheren Live uitleggen. Een voorstelling die eigenlijk niet over oorlog gaat, maar over de mens achter het uniform.
Op het podium zijn twee verschillende uniformen te zien, op paspoppen, wat het decor van de voorstelling Veldheren Live is. Om die twee uniformen draait het min of meer. Wat hebben deze te maken met oorlog? Maar vooral: wat is het verhaal erachter? Een voorstelling maken over oorlog, het is voor veldheren Mart en Peter een logische stap na het maken van een podcast hierover. Helemaal nu, want mensen hebben behoefte aan uitleg. ‘We merken in de zaal dat mensen ongerust zijn over oorlog,’, zegt Mart. ‘Wat gebeurt er? Waar gaat het naartoe? Als wij meer context en informatie geven, dus laten zien waarom er een conflict is en waarom het is geëscaleerd, wordt het beter begrepen.’ Peter: ‘Niemand wordt op een dag wakker en denkt: laten we een oorlog beginnen. Ook bij de krijgsmacht willen ze geen oorlog, die willen een oplossing voor het conflict. Wij zijn eigenlijk de ambassadeurs van de gedachte dat geweld echt het laatste redmiddel is.’
Praten over de grootste oorlog op ons continent sinds 1945, die tussen Rusland en Oekraïne, deden ze al in de gelijknamige podcast. Onder leiding van journalist Jos de Groot, die ervoor zorgt dat het voor iedereen te volgen is. Want zet twee (oud-)militairen bij elkaar en ze spreken al snel defensie-jargon. Jos: ‘Het valt wel mee hoor, maar zodra ze bijvoorbeeld afkortingen gebruiken, grijp ik in, want dan weet niemand waar het over gaat.’ Zijn rol, zowel in de podcast als in de theatervoorstelling, is die van oliemannetje, hij staat als het ware tussen de veldheren in. ‘Ik heb geen achtergrond in defensie, net als het publiek, en maak de vertaalslag zodat iedereen het kan begrijpen.’
Dat ze het over de waaromvraag - waarom is er oorlog - wilden hebben op het podium was al snel duidelijk. Mart: ‘Er zijn een heleboel duiders, mensen die over oorlog praten. Wat het verhaal van Peter en mij anders maakt, is dat we het ook hebben meegemaakt. We zijn bijvoorbeeld beiden in Afghanistan geweest. We weten waar we het over hebben. In een conflictgebied zijn, collega’s verliezen, doodsangst in ogen van anderen zien, de doffe klap horen van een raketinslag; we hebben het allemaal meegemaakt.’
De veldheren kenden elkaar al voordat ze de podcast gingen maken. Mart: ‘Ik heb Peter voor het eerst ontmoet toen ik major was en bij de landmacht in Den Haag werkte. Daar liep Peter ook rond. Hij was toen kolonel.’ Dat ze samen in het theater zouden staan hadden ze toen nooit kunnen denken. Mart, lachend: ‘Ook niet dat we generaal zouden worden.’
Of het nou door hun gedeelde achtergrond bij defensie komt, of dezelfde manier waarop ze in het leven staan, feit is dat het gevoelsmatig klopt als ze samen op het podium staan. Ze vullen elkaar aan; als de een over een onderwerp begint, vult de ander moeiteloos aan. Peter: ‘Het gaat eigenlijk heel vloeiend. Tijdens de voorstelling mag het publiek vragen aan ons stellen. En dan kijken Mart en ik elkaar aan, zo van: wie antwoordt als eerste? Een blik is genoeg om te weten wie dat gaat doen. We zijn in die zin enorm op elkaar ingespeeld.’
Die interactie met de zaal vinden ze het leukste moment van de avond. Welke vragen er worden gesteld weten ze natuurlijk niet en dat maakt dat geen voorstelling hetzelfde is. Mart: ‘Juist door de vragen weten we ook wat voor gevoel er leeft onder mensen. Waar ze bijvoorbeeld bang voor zijn, of juist boos op zijn. Of ze willen weten wie verantwoordelijk is, een belangrijke vraag. Ik hoop dat mensen ook na de voorstelling bezig blijven met wat wij zeggen. En dat ze diezelfde avond, of een paar dagen later, of een week later, weer terugdenken: wat zeiden ze nu eigenlijk, die veldheren? Dat we het publiek dus echt aan het denken hebben gezet.’
Ze acteren niet, benadrukken ze beiden, maar zijn op het podium gewoon zichzelf. Naast uitleg willen ze ook de menselijke kant laten zien. Peter: ‘Uniformen zijn er om indruk te maken. Daardoor wordt wel eens vergeten dat onder dat uniform normale mensen zitten. Met normale zorgen, blijdschap en emoties, maar die ook bereid zijn abnormale dingen te doen voor een betere wereld.’
De veldheren stellen zich dan ook kwetsbaar en vertellen hun persoonlijke verhalen. Mart: ‘Ik heb het onder meer over mijn ouders. Mijn moeder was vijftien toen de Tweede Wereldoorlog begon, mijn vader is drie jaar dwangarbeider geweest in een fabriek in Berlijn. Beiden zijn met een trauma uit de oorlog gekomen. En dan gaat hun zoon bij defensie werken. Het was voor mij een redding, want school vond ik helemaal niks.’ Hij vertelt ook het verhaal van een Amerikaanse piloot met wie hij heeft samengewerkt in Afghanistan en die is gesneuveld. ‘Het is belangrijk dat we militairen die zijn omgekomen in een conflictgebied herinneren. Dat we weten wie ze zijn geweest.’
Het persoonlijke verhaal van Peter gaat over zijn zoon, eerste luitenant Dennis van Uhm, die in 2008 om het leven kwam in Uruzgan. ‘Mart en ik waren het er al snel over eens dat als je anderen wilt raken en inspireren je dan ook jezelf kwetsbaar moet opstellen. Naast het verhaal van Dennis, vertel ik het publiek ook dat de keuzes die mensen maken, bepalen wie ze zijn en hoe ze in het leven staan. Het is misschien makkelijk om geen keuze te maken en aan de kant te blijven staan, maar de vraag is of je dan nog wel blij bent als je in de spiegel kijkt.’
Hoewel het onderwerp hetzelfde is, is de voorstelling geen podcast op het podium. Jos: ‘Het is wel echt theater. Waar het publiek indrukwekkende verhalen krijgt te horen en ook wel een kijkje achter de schermen van defensie krijgt. Het zou mooi zijn als mensen de zaal uitlopen en geraakt en geïnspireerd zijn door de verhalen die ze hebben gehoord. En dat ze de mannen achter het uniform beter hebben leren kennen.’